Koffie en klompen
In Hollandse klederdracht schenk ik koffie aan Thaise ouders, met een stroopwafel erbij. Op de Nederlandse tafel sieren ‘Rijmpjes en versjes uit de oude doos’, KLM huisjes, een kaasschaaf, een lege beschuitbus en een voetbal. Verder deel 3 van het boek ‘Amsterdam Onbewolkt’ waarop het huis is te zien dat wij in augustus 2008 hebben verlaten.
Het is United Nations Day, en iedereen op de international school vertegenwoordigt zijn land met verve. Mijn Brabantse carnavalbloed stroomde toen ik achter de naaimachine zat om de kaasmeisjesoutfits te maken. Nu voel ik me letterlijk een te lange boerin met katoenen schort tussen al die kleine, verfijnde Thaise, Filippijnse, Koreaanse, Indonesische schonen gehuld in prachtige zijden sarongs en kimono’s.
We vieren de verschillen die door deze dag nog duidelijker zijn. Onze tafel op de expositie is groot, luidruchtig, staat vooraan. De anderen zijn subtiel, bescheiden en verfijnd. Ik heb slechts wat mascara op mijn door de zon gebleekte wimpers, de Thaise dames zijn gepoederd en hebben kleuren op hun ogen en lippen die mij onmiddellijk in een travestiet zouden doen veranderen. We lachen naar elkaar, want dat doen we veel hier. Vooral als je je ongemakkelijk voelt.
Mijn kinderen weigeren te dansen voor een volle aula als we met z’n vieren op het podium staan en ik ga als enige ‘twee emmertjes water halen’.
Paspoorten
Wij knijpen onze handen dicht dat we hier welkom zijn zonder inburgeringcursus. Na twee jaar spreken wij nog steeds te weinig Thais en lezen is als het ontcijferen van geheimschrift. ’s Ochtends eten we geen rijst maar bruine boterhammen met kaas en hagelslag waarvan de voorraad wordt aangevuld door bezoek uit Nederland. We hebben vijf paspoorten van ons geboorteland waar we geen afstand van willen doen. Wij voelen ons veilig in de Thaise buurt waar men ons vrolijk groet en met rust laat.
Waterramp
Na de storm en overstroming van vorige week in Songkhla en Had Yai neig ik de gemeente te bellen met de vraag waar ons stroom en water blijft. Ik sjouw met meer dan twee emmertjes regenwater om te douchen, af te wassen en de wc door te spoelen.
Nu we weer kraanwater hebben ruikt het naar chloor dat extra is toegevoegd. Songkhla moet ontsmet worden. De overstroming laat een spoor van modder en verwoesting na. Stinkend afval, schimmelende matrassen en rottend meubilair liggen langs de straten. Als ik door Had Yai rijd laat chauffeur Anawin mij zien dat het water op sommige plekken tot drie meter hoog is gekomen. Hij vertelt hoe hij besloot toen het water steeg, zijn nieuwe tweedehands auto naar hoger gelegen gebied te brengen. “Vervolgens kostte het anderhalf uur om naar huis terug te keren omdat het water inmiddels tot hier reikte”. Hij wijst naar zijn middel. “Mijn vrouw kan niet zwemmen en was in paniek. Mijn drie kinderen huilend boven aan de trap omdat het water tot de bovenste tree kwam.” Ze waren niet in staat geweest om de paar bezittingen die ze hebben te redden. Hij is alles kwijt.
“Een vriend van mij zei dat ik geluk heb gehad, omdat mijn gezin het overleefd heeft. Zijn twee kinderen zijn verdronken in hun eigen huis. Toen de kleintjes gewekt werden door het water, zijn ze in paniek de trap af gegaan en konden niet zwemmen. De vader kon ze in het pikkedonker niet vinden.”
Ik slik. Er was gewaarschuwd voor deze storm, maar de meesten hebben het onderschat. Het eindeloze optimisme van de Thai.
De chaos maakt ons nederig. “Maar goed dat je hebt leren kamperen”, zegt mijn moeder aan de telefoon. Ze heeft gelijk. Ik verzamel wat wij in overvloed hebben en geef het door aan collega’s en vrienden die niks meer hebben.