vrijdag 14 september 2012

Designer bags & peniskokers


Rudi is na een week  heelhuids terug uit Papua Nieuw Guinea. Een collega mailt hem de foto’s van de Papuan Olive Python die is aangereden door een truck. De slang zal inmiddels wel gekookt en verorberd zijn als feestmaal. Ik zie in gedachten vrouwen met slangenleren tassen door het dorp lopen en mannen paraderen met designer-peniskokers van écht slangenleer.



Kijk naar die bek! Wat ís het??!! Het is dood. Bloed en slijm druipt eruit. De vrouw staat er grijnzend naast. Ook haar tanden zijn rood, maar dan van het kauwen van betel-nut, een verdovende lekkernij uit Papua Nieuw Guinea. Een jongetje - wellicht haar zoontje- staat voor haar en houdt de staart vast. Hij heeft een frons als Shrek.

Op de andere foto zie ik zeven man sterk het beest vasthouden. Het moet wel vier meter lang zijn. Het is het soort foto die je alleen uit geschiedenisboeken kent, van ‘expedities in de jungle’, waarbij ‘de wilden’ een monster hebben gevangen. Ze bestaan echt dit soort beesten…. Twee collega’s van Rudi staan op de foto. Zij zien er uit als succesvolle Papoeaas in uniform in plaats van oude versleten shirts.


‘Kijk daar is ze!’ Ja, toegeven, ze is lang en mooi. Om de beurt mogen fans er naast staan en met haar op de foto. Ja, glimlachen, kin iets naar beneden, hoofd beetje schuin, ja, zo ja.
Het is Vogue Fashion Night out, en Miranda Kerr schittert.
Rudi en ik aanschouwen dit spektakel van Sydney by night. Niemand heeft mij verteld dat het Business District die avond overspoeld is door modepopjes met designer-bags en onmogelijk hoge hakken en korte jurkjes. Ik ben de enige in broek en platte schoenen omdat ik ‘gewoon’ een borrel drink met mijn man. Hakken en Sydney gaan voor mij niet samen. De wegen zijn te steil.

Hoe groot kan het contrast zijn als we voor het nieuwe kantoor van Rudi staan. Het is een rond gebouw dat lijkt op een spaceship. Alles van glas. Ook de liften. Een open werkvloer. Collega’s klagen over gebrek aan privacy. ‘Laat ze maar weer eens een maand op de boortoren werken en slapen’, bagatelliseert Rudi.



Ik hou van de verschillende werelden waar we allemaal in leven, werelden die toch steeds weer samen komen.
Ik koop een print van het kunstenaarsduo Kozyndan ‘The Flooding of the Prinsengracht’. www.kozyndan.com/tags/browse/amsterdam Het schilderij lijkt verdacht veel op de ansichtkaart die ik in het voorjaar aan Rudi heb gestuurd. In Nederland zou ik zo’n print nooit kopen, maar het voelt goed om hier wat Dutch design aan de muur te hebben hangen. Alsof je even naar Ramses Shaffy’s ‘Stil in Amsterdam’ luistert, en even weg kan mijmeren.



De familie is  al weer vertrokken, we koesteren de twee intense weken die  voorbij gevlogen zijn. Sinds ze weg zijn besef ik hoe we hier op onze plek zijn. Schijnbaar heb ik toch een stuk goedkeuring of erkenning nodig om me écht te kunnen overgeven. We wonen hier nu één jaar, en terugkijkend realiseer je pas weer hoe lang het duurt om te settelen, maar we doen het goed met z’n vijven.

Sydney is anders dan gedacht, zo krijg ik te horen van mijn zus en moeder. Sydney is prachtig!! De heuvels zijn toch bergen. De parken zijn ‘echte natuur’. De bomen zijn indrukwekkender en de tropische vogels verbluffend. Het licht is fel en de lucht is blauwer dan waar dan ook. Ik ben meer dan trots als we de ferry pakken aan het einde van de straat pakken en nog geen paar minuten later de Harbour Bridge zien en langs The Opera House varen. Onze wangen flapperen van de harde wind, we stralen allemaal. Oma met alle kleinkinderen op een bankje. Dit soort plaatjes zijn goud waard.



Sydney is op  dit moment duurder dan ooit. Alles is duur. Maar de koffie is écht goed, de sandwiches ook en uiteraard wijn en alles wat uit de zee komt. Wij hebben ons er al bij neergelegd, maar met gasten wordt je weer bevestigd in de waanzin van dit alles. De huur van ons (kleine) huis is ruim twee keer zoveel als in Nederland en met heimwee denken we soms terug aan ons riante huis in Thailand… Rudi en ik slapen twee weken op de bank, de kinderen delen met z’n vijven één kamer en moeder en dochter slapen voor het eerst sinds jaaaren weer in één bed. We lachen erom.

‘Die film heb ik wel 5 keer gezien met je vader’, verzucht mijn moeder als we bij The Opera House een affiche zien van ‘South Pacific’. De volgende avond zitten we samen in de voorstelling, een musical met liedjes die ik mijn moeder hoor mee-neuriën en ik tot mijn verbazing ook blijk te kennen. Zal ik wel bij mijn opvoeding hebben meegekregen.




Ondertussen krijgen wij weer een spiegel voorgehouden over hoe wij onze kinderen opvoeden. Oma die voorleest. Oma die de kinderen naar school brengt. Oma die oppast. Zo fijn dat het eindelijk kan. Het is ontroerend om Morris te zien met zijn grote neef. Hij vindt álles leuk aan hem. Ze delen een eenpersoonsbed omdat ze het zo willen. Raffi leest voor in het Nederlands, Morris leert hem Engels. Malika/ Liv knuffelt de meiden en is blij als we e i n d e l i j k naar Bondi Beach gaan waar ze vol vertrouwen het water in gaat met haar boogie board. In geval van nood kan ze altijd gered worden door een lekkere lifesaver en komt ze wellicht op TV? Even later zien we dolfijnen voorbij springen.
Met Mariette beleef ik weer goede yoga-champagne-party-werk-fun-momenten en praten de Double Bay mums (& dads) nóg over de wonderbaarlijke uiterlijke gelijkenis. Ze beseffen nu hoeveel ik haar kan missen.


Zullen we morgen gaan whale-spotten? stel ik voor. We zien op het Australische nieuws dat er een walvis is aangespoeld. Waarschijnlijk was hij ziek en is hij gestorven op zee. De springvloed heeft het jonge beest in de rock pool aan de kust gespoeld. Een rock pool is toch iets anders dan ‘een zwembad’ zoals het 8uur journaal in Nederland meldt.

De volgende ochtend zien we een blubbermassa die al in stukken is gesneden. Het stinkt. Een hijskraan grijpt de zanderige stukken vlees alsof er beesten worden afgevoerd met gekkekoeienziekte. Er lopen mannen in witte pakken. Niemand mag het water in vanwege kans op besmetting of vanwege haaien die op het karkas af komen.
Het gebied is afgezet. De ramptoeristen zwijgen, wij fluisteren.

De foto’s die we maken zijn wellicht niet voor in het vakantiealbum...