vrijdag 8 april 2011

De Koning en De Prinses

'Da's een grote televisie!' zegt Farah. In Songkhla is geen bioscoop, in Hat Yai wel, met Thaise films. Vandaag in Bangkok grijpen we onze kans. Het is de eerste keer voor de meiden. 'HOP', een paasfilm, in het Engels.

Lotus glijdt met haar billen tussen de gigantische klapstoel en ik kan nog net haar popcorn redden. Morris heeft zijn mond vol. Mijn handen en neus voelen koud aan alsof we in Nederland zijn. Bijna veertig minuten reclames en voorfilmpjes. 

Er volgt een film met koning Bhumibol. Iedereen gaat staan. Iedereen moet staan besef ik. Iedereen zwijgt en kijkt serieus naar beelden van Het Perfecte Thailand. Boeren op de rijstvelden, rubbertappers, Thaise danseressen, drijvende markten, eten voor allen. De koning die dit alle gade slaat, als een goeroe, een god. Alsof hij de regen laat vallen als het nodig is (het waterpeil is weer gezakt in het zuiden, wij zijn droog gebleven dit keer.) Lachende Thai, schoolkinderen in uniform, moslims, boeddhistische monniken. Hij wordt aanbeden. Door iedereen.

Op het vliegveld van Hat Yai moesten wij ook zwijgen en staan. Eén van de prinsessen landde met het Koninklijke vliegtuig, en dus kon ze ons -het volk dat zat te wachten op de vlucht naar Bangkok- zien door de glazen ruit. Nee, zwaaien met handen of vlaggetjes was er niet bij. 'In de houding.' Farah kreeg de behoefte om te zingen in die stilte. Morris had zin om z'n zus klieren. Wij zetten ze op onze schouders en zagen hoe er generaals belangrijk liepen te doen en 'de massa' onder controle hadden. Ik stond klaar met mijn mobieltje om foto's te maken, maar iemand zei me dat dat verboden was.

'Daar is ze'. 'Welke is het?' Op de weg naar het vliegveld toe hadden we de oranje vlaggen gezien. Het bleek 'de dunne loensende prinses' te zijn die Hat Yai ging bezoeken. Ze werd voortgeduwd in een leren rolstoel. Zou ze ziek zijn? Ze keek niet naar 'het volk'. Ze kreeg een bloemenkrans overhandigd en verdween uit het zicht. Iedereen ging zwijgend zitten of bestelde wat te drinken alsof er niks was gebeurd. 

Baldadigheid lijkt de Thai vreemd. Ik ben blij dat ze ons niet kunnen verstaan.