donderdag 8 november 2012

Learnen om te readen



ik, ik, ik, nik, ik. nee rik. nee. rik, nik, nee. lees rik. neem mee, rik. ik. nee, nik.

Nederlands leren lezen in groep2, is alsof de kinderen ineens aan het stotteren zijn. Geen hoofdletter te zien in deze AVI boekjes maar wel commanderende zinnen zonder ‘mag ik?’ of ‘alsjeblief?’  De vraag is of het überhaupt wel zinnen zijn?

wil wil wel? wil wil kip. ik kip. fan dan. fan wil kip. wil wil fan? nee, kip.

In het Engels lezen ze vloeiend. Prachtige woorden als hippopotamus of binoculars. Dankzij een plaatje lezen ze niet letter voor letter maar zien je het woord als één beeld. En als ze het écht niet weten: ‘sound it out!’  Een prachtige Engels puffende P en een hijgende H. De TH is geen probleem als je een beetje slist omdat er nog af en toe geduimd wordt.

Ruzie krijgen we alleen als ik zeg dat de A in het Nederlands een E is. En de E een I…..

Het valt ook niet mee, twee talen leren. Eigenlijk drie talen, want er wordt ook nog Italiaans gegeven op de Australische Public School. Ik heb Signor Abbi al laten weten dat ik hem dat niet in dank afneem. Straks gaan onze lange blondines op 16 jarige leeftijd op Interrail en kunnen ze ook nog een goed gesprek aangaan met één of andere hitsige Italiaan…

Aan onze keukentafel begint het Engels het van het Nederlands te winnen. Engelse woorden worden letterlijk vertaald waardoor je zinnen krijgt als: ‘Dit is de beste weg, zo moet je het doen.’

Of als je het Nederlandse woord niet weet dan gebruik je gewoon het Engelse woord: ‘Als ik aan het worken ben moet jij je mond zippen.’
‘Kun je mij de ketchup aan- passen?’
‘We hiden het hier. Zo wordt papa echt surprised!’
‘….en toen ging hij spyen naar die slang en hij ging peaken uit zijn hol. (na het zien van het favoriete programma Deadliest 60)
Nooit een dull moment.

Als de kinderen slapen, lachen wij om weer een hilarische aflevering van Toren C. http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1298483
‘Met de receptie. Yes. Hello. I speak Engels. Wat? No, they are away on a bedrijfs-onion.’

Silly Season is begonnen. Eergisteren de Melbourne Cup. Op wie ga jij gokken, werd mij gevraagd. Dames in te korte jurken met bloemendessins en hoedjes of veren in het haar. Hoge hakken, essentieel. Vanaf lunchtijd leek alles stil te liggen –iedereen zat in de kroeg-  en toen de belangrijkste race begon, was het bijna drie uur en stond ik als nuchtere Nederlandse mum weer gewoon op het schoolplein.

Cumcumber-time klinkt iets te gezond voor de aankomende feestweken waarbij de alcohol weer rijkelijk zal vloeien. De eerste uitnodiging voor de Xmas borrel is al binnen. En een pakketje van Sint.


vrijdag 14 september 2012

Designer bags & peniskokers


Rudi is na een week  heelhuids terug uit Papua Nieuw Guinea. Een collega mailt hem de foto’s van de Papuan Olive Python die is aangereden door een truck. De slang zal inmiddels wel gekookt en verorberd zijn als feestmaal. Ik zie in gedachten vrouwen met slangenleren tassen door het dorp lopen en mannen paraderen met designer-peniskokers van écht slangenleer.



Kijk naar die bek! Wat ís het??!! Het is dood. Bloed en slijm druipt eruit. De vrouw staat er grijnzend naast. Ook haar tanden zijn rood, maar dan van het kauwen van betel-nut, een verdovende lekkernij uit Papua Nieuw Guinea. Een jongetje - wellicht haar zoontje- staat voor haar en houdt de staart vast. Hij heeft een frons als Shrek.

Op de andere foto zie ik zeven man sterk het beest vasthouden. Het moet wel vier meter lang zijn. Het is het soort foto die je alleen uit geschiedenisboeken kent, van ‘expedities in de jungle’, waarbij ‘de wilden’ een monster hebben gevangen. Ze bestaan echt dit soort beesten…. Twee collega’s van Rudi staan op de foto. Zij zien er uit als succesvolle Papoeaas in uniform in plaats van oude versleten shirts.


‘Kijk daar is ze!’ Ja, toegeven, ze is lang en mooi. Om de beurt mogen fans er naast staan en met haar op de foto. Ja, glimlachen, kin iets naar beneden, hoofd beetje schuin, ja, zo ja.
Het is Vogue Fashion Night out, en Miranda Kerr schittert.
Rudi en ik aanschouwen dit spektakel van Sydney by night. Niemand heeft mij verteld dat het Business District die avond overspoeld is door modepopjes met designer-bags en onmogelijk hoge hakken en korte jurkjes. Ik ben de enige in broek en platte schoenen omdat ik ‘gewoon’ een borrel drink met mijn man. Hakken en Sydney gaan voor mij niet samen. De wegen zijn te steil.

Hoe groot kan het contrast zijn als we voor het nieuwe kantoor van Rudi staan. Het is een rond gebouw dat lijkt op een spaceship. Alles van glas. Ook de liften. Een open werkvloer. Collega’s klagen over gebrek aan privacy. ‘Laat ze maar weer eens een maand op de boortoren werken en slapen’, bagatelliseert Rudi.



Ik hou van de verschillende werelden waar we allemaal in leven, werelden die toch steeds weer samen komen.
Ik koop een print van het kunstenaarsduo Kozyndan ‘The Flooding of the Prinsengracht’. www.kozyndan.com/tags/browse/amsterdam Het schilderij lijkt verdacht veel op de ansichtkaart die ik in het voorjaar aan Rudi heb gestuurd. In Nederland zou ik zo’n print nooit kopen, maar het voelt goed om hier wat Dutch design aan de muur te hebben hangen. Alsof je even naar Ramses Shaffy’s ‘Stil in Amsterdam’ luistert, en even weg kan mijmeren.



De familie is  al weer vertrokken, we koesteren de twee intense weken die  voorbij gevlogen zijn. Sinds ze weg zijn besef ik hoe we hier op onze plek zijn. Schijnbaar heb ik toch een stuk goedkeuring of erkenning nodig om me écht te kunnen overgeven. We wonen hier nu één jaar, en terugkijkend realiseer je pas weer hoe lang het duurt om te settelen, maar we doen het goed met z’n vijven.

Sydney is anders dan gedacht, zo krijg ik te horen van mijn zus en moeder. Sydney is prachtig!! De heuvels zijn toch bergen. De parken zijn ‘echte natuur’. De bomen zijn indrukwekkender en de tropische vogels verbluffend. Het licht is fel en de lucht is blauwer dan waar dan ook. Ik ben meer dan trots als we de ferry pakken aan het einde van de straat pakken en nog geen paar minuten later de Harbour Bridge zien en langs The Opera House varen. Onze wangen flapperen van de harde wind, we stralen allemaal. Oma met alle kleinkinderen op een bankje. Dit soort plaatjes zijn goud waard.



Sydney is op  dit moment duurder dan ooit. Alles is duur. Maar de koffie is écht goed, de sandwiches ook en uiteraard wijn en alles wat uit de zee komt. Wij hebben ons er al bij neergelegd, maar met gasten wordt je weer bevestigd in de waanzin van dit alles. De huur van ons (kleine) huis is ruim twee keer zoveel als in Nederland en met heimwee denken we soms terug aan ons riante huis in Thailand… Rudi en ik slapen twee weken op de bank, de kinderen delen met z’n vijven één kamer en moeder en dochter slapen voor het eerst sinds jaaaren weer in één bed. We lachen erom.

‘Die film heb ik wel 5 keer gezien met je vader’, verzucht mijn moeder als we bij The Opera House een affiche zien van ‘South Pacific’. De volgende avond zitten we samen in de voorstelling, een musical met liedjes die ik mijn moeder hoor mee-neuriën en ik tot mijn verbazing ook blijk te kennen. Zal ik wel bij mijn opvoeding hebben meegekregen.




Ondertussen krijgen wij weer een spiegel voorgehouden over hoe wij onze kinderen opvoeden. Oma die voorleest. Oma die de kinderen naar school brengt. Oma die oppast. Zo fijn dat het eindelijk kan. Het is ontroerend om Morris te zien met zijn grote neef. Hij vindt álles leuk aan hem. Ze delen een eenpersoonsbed omdat ze het zo willen. Raffi leest voor in het Nederlands, Morris leert hem Engels. Malika/ Liv knuffelt de meiden en is blij als we e i n d e l i j k naar Bondi Beach gaan waar ze vol vertrouwen het water in gaat met haar boogie board. In geval van nood kan ze altijd gered worden door een lekkere lifesaver en komt ze wellicht op TV? Even later zien we dolfijnen voorbij springen.
Met Mariette beleef ik weer goede yoga-champagne-party-werk-fun-momenten en praten de Double Bay mums (& dads) nóg over de wonderbaarlijke uiterlijke gelijkenis. Ze beseffen nu hoeveel ik haar kan missen.


Zullen we morgen gaan whale-spotten? stel ik voor. We zien op het Australische nieuws dat er een walvis is aangespoeld. Waarschijnlijk was hij ziek en is hij gestorven op zee. De springvloed heeft het jonge beest in de rock pool aan de kust gespoeld. Een rock pool is toch iets anders dan ‘een zwembad’ zoals het 8uur journaal in Nederland meldt.

De volgende ochtend zien we een blubbermassa die al in stukken is gesneden. Het stinkt. Een hijskraan grijpt de zanderige stukken vlees alsof er beesten worden afgevoerd met gekkekoeienziekte. Er lopen mannen in witte pakken. Niemand mag het water in vanwege kans op besmetting of vanwege haaien die op het karkas af komen.
Het gebied is afgezet. De ramptoeristen zwijgen, wij fluisteren.

De foto’s die we maken zijn wellicht niet voor in het vakantiealbum...


zondag 22 juli 2012

Treefellas & Widowmakers



Widowmakers noemen ze het. De 20 meter hoge gumtree in tuin van onze oude buurvrouw heeft alweer een tak van zo’n twee meter verloren. Het is niet de reden van het verlies van haar man, maar het is levensgevaarlijk, ook voor ons. De boom moet om.

Toen wij bijna een jaar geleden ons huis betrokken waren we verrukt te zien dat wij een echte originele eucalyptusboom deelden met onze buuf. Een gigantisch groot Australisch icoon. Geen koala’s in onze achtertuin maar wel possums en papegaaien. Goed voor de schaduw in de zomer, zo zei men. Echter de afgelopen zomer was (ook) hier de natste in 59 jaar, momenteel is het winter, dus wij vinden iets minder schaduw niet zo erg.


De Tree-fellas staan ‘s ochtends voor de deur. Drie man sterk in fel rode T-shirts met het Australische accent dat wij in onze buurt niet echt horen. Ze moeten vanaf onze tuin aan het werk omdat de tuin van de buurvrouw een jungle is. Eén klimt omhoog, uiteraard gezekerd, met kettingzaag in de hand. Er wordt een touw om een tak gegooid, vast getrokken, afgezaagd en door twee man sterk naar beneden getakeld. Fijn om naar te kijken, zowel voor de kinderen als voor mij. ‘Goed beroep als je net als jij, van boomklimmen houdt’, zeg ik tegen Morris.




Een man met verwilderd haar steekt zijn hoofd om de poort. ‘Welk huisnummer is dit’? schreeuwt hij. Hij is woedend omdat de boom omgaat. De boom staat in de tuin van de buren roep ik hem na. Hij gaat ons aanklagen.
De oude buurvrouw woont hier al 45 jaar en kijkt met weemoed naar de afgezaagde takken. Het is triest om te zien, alsof ze een stuk van haar weghalen. Even later staat er een man van de gemeente op de stoep aan wie ze de kapvergunning overhandigd.
De Treefellas zijn twee dagen bezig en laten een tuin vol zaagsel achter. Wij hebben weer openhaard hout en goede bijzettafels. Die avond lijken de papegaaien extra hard te schreeuwen om hun favoriete hangout.


Bij de Woolworth/ Woolies, de Appie op z’n Australisch, zie ik een kerstboom. Celebrate Xmas in July. Bij Bondi-Beach is een schaatsbaan. Mensen stuntelen met één hand aan de reling. Het is 17 graden en de zon schijnt. Een stuk verderop hebben de kinderen een zeehond gesignaleerd op de rotsen. En nóg een walvis. Winter in Sydney.

‘Is dat de optocht van Sinterklaas?’
Lotus kijkt over mijn schouder mee op mijn iPhone naar een piepklein NOS journaal. Ik moet lachen en vertel haar dat dat de Vierdaagse is. Ruim 40.000 man op de been. Via een chip kan ik van mijn oud-studiegenoot volgen hoeveel kilometer zij in welke tijd heeft afgelegd. Hoe gaaf. Dit is wandelen anno 2012.

Over twee weken lopen Rudi en ik tussen 80.000 man de City2Surf. Iets minder kilometers dan de Vierdaagse. We starten bij Hydepar Central Business District, waar Rudi werkt en gaan via William Street tot aan Bondi Beach.
Wij kijken er naar uit omdat m’n moeder met m'n zus en kinderen ons komen aanmoedigen. Eindelijk na een jaar, ons eerste familiebezoek.

dinsdag 19 juni 2012

Ik hou niet van oranje!


‘Oranje?!’ zei Farah toen ze het pakje open maakte. ‘Ik hou helemaal niet van oranje!’

Tante Jolanda was zo lief geweest om vijf T-shirts op te sturen naar de andere kant van de wereld, zodat wij -geheel in stijl- de wedstrijden zouden kunnen zien. Farah deed er nog een schepje bovenop. ‘Ik ga toch nooit naar voetbal?’ Daar had ze gelijk in… Ik snoot haar neus. We hadden hier geen last van Oranje koorts.

Rudi was de enige die om 4:00 ’s ochtends is opgestaan en de taxi naar de kroeg heeft genomen. Helaas. Het heeft niet mogen baten. Terwijl de zon op kwam in Sydney, zag hij de ondergang op groot scherm.



 We went on a whale watching cruise and I fell asleep. Lotus.

WHALE 3 x 2 = 6! Farah.

‘Mama, vertel nog een keer van toen ik in jouw buik zat en jij voor de eerste keer walvissen zag in IJsland?’ vraagt Morris.
We zitten op de boot met 35 toeristen en varen de Sydney Harbour uit. We zijn nog geen mijl uit de kust als de kapitein de eerste twee walvissen signaleert. Water spuit omhoog, we zien twee donkere ruggen, twee staarten en weg zijn de 12-16 meter lange beesten.

De minuten daarna is het wonderlijk stil op de boot. Zelfs de luidruchtige amerikaanse meiden in te dunne jasjes houden hun mond. Iedereen tuurt de horizon af, met camera of iPhone in de hand. Vijf minuten blijven de bultrugwalvissen onder water om elders weer naar boven te komen en adem te halen.
Lotus is door de wiegende golven in slaap gevallen in Rudi’s armen en Farah hangt tegen hem aan. ‘Gaan we nu naar huis?’ vraagt ze.

Morris staat voor op de boeg. Capuchon op, want de zon schijnt maar het is KOUD. Ik ben warm dankzij mijn thermo-ondergoed.
‘Ja!! Weer twee.’ En even later nog twee. We juichen.

Het lijkt wel de Pacific Highway voor walvissen. Morris is teleurgesteld als we 2 uur later terugvaren. De kapitein had laten weten dat er verderop nog een groep van 4 walvissen zou zwemmen. Die zijn aan onze blik ontsnapt. Later hoor ik dat er die dag in totaal 26 walvissen zijn gesignaleerd. 

In een warm bed met kruik, lezen we walvis boeken en verbazen we ons samen hoe ze ooit met roeibootjes deze beesten konden vangen.


Ik kom terug van de Kundalini Yoga en Mul Mantra schalt door de speakers.
Snatam Kaur zingt Long Time Sun en het effect op de kinderen is altijd wonderlijk als ze mantra’s horen. Het maakt ons allemaal rustig.

Saaaat (adem in), nammmm (adem uit). Chant ik.
HEeeee (adem in), MAaaaaa (adem uit). Chant Farah.
IKEeeee (adem in), Aaaaaaa (adem uit). Chant Lotus.

Ik zie ineens de beste reclame voor me.

Inmiddels ben ik Double Four geworden, woon in Double Bay en voel me Double Happy met de mensen die we inmiddels om ons heen hebben verzameld. Het feest op hoge hakken met mijn echte liefde een de fijne mix van mensen was goed, al ben ik twee keer omgevallen. Lag het aan de sterke margarita’s of miste ik Margriet?

woensdag 23 mei 2012

Walvis in Bondi!

Morris is intens verdrietig. Terug in Sydney huilt hij drie nachten, omdat hij Nederland mist. Zijn neef Raffi. De opa’s en oma’s. Z’n vrienden. Eigenlijk iedereen. 


Nederland is leuk. De Pinda-achtbaan. De Dino in het Westerpark. Paardrijden. De midget-golfbaan. De Efteling. Het kasteel. Oh nee, dat was België. 
Het veulen van opa dat naar hem vernoemd is. Logeren.


‘Ik snap het’, zeg ik. Zijn tranen zijn mijn tranen.
‘Wat gaan we er nou aan doen?’ vraag ik mijn zesjarige zoon. 
‘Was Raffi maar mijn broer, dan zou hij nu hier zijn….’, snottert hij. 






En dan, met weer wat licht in zijn ogen:
‘Ik ga een groot huis bouwen waar we allemaal in kunnen wonen.’ zegt hij. ‘Al onze familie en vrienden uit Nederland én Australië.’
 ‘Dat wil ik ook’.

We ontkomen er niet aan om na zo’n goede vakantie, de twee landen continu met elkaar te vergelijken. Eindelijk heeft vandaag Nederland het gewonnen qua temperatuur.

‘Nederland is leuker, Australie is mooier, he mam?’

‘Ja, veel mooier’, zeg ik terwijl we buiten lopen en ik me weer verbaas over hoe groen en groots het hier is.

Hij tuurt naar de wereldkaart die in de woonkamer hangt. Het is het huwelijkskado dat met ons meereist. Rondom Australië is nog genoeg plek. Hij weet dat stukken land zich verplaatsten.

‘Als Nederland nou eens naast Australië komt te liggen, en dan maken we een brug ertussen!’

Morris is dol op de Harbour Bridge, dus zoiets zal het wel worden. Misschien kan Rudi een booreiland regelen?






Inmiddels zijn we ruim twee weken verder en hebben we na wat koorts, verkoudheden en hoestaanvallen, dankzij school, de draad weer opgepakt. Het is fijn te merken dat we hier ook zijn gemist. Bladeren vallen van de bomen. Het is herfst hier. De dagen worden korter, maar er is veel zon die we opslurpen.
    

‘LOOK!! A whale!!!’, roept Helen. 
We zitten met een takeaway koffie op een bankje aan de baai van Bondi Beach. En inderdaad, we zien de rug van de bultrug walvis. Heel dichtbij. Vlakbij waar de surfers in het water liggen. Ik spring op. Krijg kippenvel in de zon. Wowwwww, wowww, kan ik alleen maar zeggen. Wowwww! 

Hij/ zij laat zich nog eens zien en nog eens en nog eens. Ik probeer foto's te maken met mn iPhone. De staart komt omhoog en langzaam glijdt het enorme beest de kust af. We volgen hem en lopen over de rotsen. Een man tuurt door een verrekijker. Hij vertelt dat hij aan het zwemmen was toen het gevaarte voorbij kwam. Zijn hart sloeg over, zei hij. Hij heeft een gelukzalige blik in zijn ogen. Net als wij.
Wát een begin van de dag. 

Als Morris uit school komt vertel ik hem mijn nieuws. Hij kijkt verrukt.
Het is gaaf dat we hier wonen. Niks is voor altijd. Ik ben blij. 

Het is de tijd dat de walvissen naar het noorden trekken, naar tropische gebieden om te paren en te kalveren. In november gaan ze weer zuidwaarts naar Antarctica om goed te eten en te groeien. We hebben dus nog meer kansen om ze te zien, deze was er vroeg bij. 

‘Je hebt toch wel foto’s gemaakt, hè mam?’ 
Ik pak mn telefoon en tik erop. Morris grist hem uit mijn handen. 

‘Jaaaaaa!! Ik zie hem!!!’, zegt hij. 

Hoe blij kun je worden bij het zien van een piepklein zwart puntje. Alsof je naar een eerste echo kijkt. We omhelzen elkaar.